Geen toekomst zonder historie, geen identiteit zonder verleden
De Congregatie der Broeders van Oudenbosch werd in 1 maart 1840 te Oudenbosch gesticht. Het opvallende gebouwencomplex, waarin onder meer een jongensinternaat huisde, werd in 1865-1866 gebouwd naar een ontwerp van Theodorus Florschtz en Joseph Boosten.
Deze congregatie is gesticht door de Oudenbossche pastoor Willem Hellemons en de eveneens uit Oudenbosch afkomstige Johannes Huybrechts. Hellemons werd op 17 april 1810 in Roosendaal geboren. Na zijn priesteropleiding in Rome (van 1829 tot 1834) constateerde hij als pastoor in Oudenbosch al snel, dat ‘de godsdienstigheid hier te wensen overlaat’. Goed katholiek onderwijs zou daar verbetering in moeten brengen.
Hij vroeg daarom zusters om het onderwijs aan meisjes te verzorgen. Voor het onderwijs aan jongens wilde hij de hulp van broeders inroepen, maar die waren nog niet in groten getale beschikbaar, dus organiseerde hij zelf iets. Hellemons huurde een huisje aan de Kaaistraat 11. Naast Johannes Huybrechts, die zich later vader Vincentius noemde, trad de Oudenbosschenaar Antoon Frijters toe, die de kloosternaam broeder Aloysius kreeg.
In mei 1840 meldde zich één interne leerling, in oktober 1841 waren er al zestien weeskinderen. Het huisje in de Kaaistraat werd al snel te klein, al was het wel de kiem voor het latere internaat Saint Louis. In 1852 werd aan Rome gevraagd de constituties goed te keuren voor een congregatie die genoemd zou worden naar de H. Aloysius van Gonzaga. Deze jong gestorven jezuïet was patroon van de studerende jeugd. De congregatie zou als voornaamste doel hebben het onderwijzen en opvoeden van de mannelijke jeugd op basisscholen en in het voortgezet- en beroepsonderwijs. En zo ontstond het jongensinternaat instituut Saint Louis.